Vereniging Eigen Huis adviseert mensen die maximaal moeten lenen voor een woning én die in 2018 geen loonstijging verwachten, er goed op te letten dat zij nog dit jaar een bindende hypotheekofferte van hun geldverstrekker ontvangen.
VEH baseert zich hierbij op de uitkomsten van enkele berekeningen die zij heeft gedaan op basis van de Nibud-leennormen 2018, die vrijdag per brief aan de Tweede Kamer zijn gezonden. Het stoort VEH dat minister Plasterk hierin niet de negatieve effecten van de nieuwe hypotheeknormen bij een gelijkblijvend inkomen heeft toegelicht. VEH: “Pim is alleenstaand, verdient 35.000 euro per jaar en is op zoek naar een huis. Bij een hypotheekrente van 2,1%, kan hij in 2017 een bedrag van 163.490 euro lenen. In 2018 is het leenbedrag 155.705 euro. Pim kan bij een gelijkblijvend inkomen volgend jaar dus 7.785 minder lenen.”
Volgend jaar mag ook een groter deel van het tweede inkomen meegerekend worden. Dit voordeel wordt volgens VEH voor mensen met lagere- en middeninkomens echter (deels) teniet gedaan door de strengere leennormen. Hierdoor kan het maximum hypotheekbedrag volgend jaar toch afnemen, stelt VEH vast aan de hand van een rekenvoorbeeld:
“Hasnah en Michel zijn op zoek naar een nieuwe woning. Hasnah heeft een bruto jaarinkomen van 32.000 euro en Michel verdient 16.000 euro. Bij een hypotheekrente van 2,1% kunnen zij in 2017 maximaal 224.215 euro lenen. Op basis van de leennormen voor 2018 daalt hun maximale hypotheekbedrag naar 213.538 euro. Dat is 10.677 euro minder.”