D66 kiest voor een pensioenstelsel met persoonlijke pensioenpotten en het afschaffen van de doorsneepremiesystematiek. Het Verbond van Verzekeraars stelt in een reactie dat het plan van D66 bruikbare ingrediënten bevat voor het toekomstig pensioenstelsel.
D66-Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg presenteerde gisteren een plan om het huidige pensioenstelsel aan te passen. “We moeten toe naar een stelsel waarin inzichtelijk is hoeveel pensioengeld je hebt en waarin je meer keuzevrijheid hebt over hoeveel pensioen je wilt sparen en bij welk pensioenfonds je wilt zitten”, aldus Van Weyenberg.
De voor D66 sterke elementen van het huidige pensioenstelsel blijven wat Van Weyenberg betreft ook in het nieuwe stelsel overeind. Dat zijn de AOW, samen collectief beleggen, de verplichting voor werknemers om tot een bepaald inkomen verplicht pensioen op te bouwen en het delen van het zogenaamde lang-leven-risico.
Wel kiest D66 voor meer ruimte voor het maken van eigen keuzes en maatwerk. Zo moeten werkenden maximaal vijf jaar kunnen kiezen voor een premievakantie en als iemand met pensioen gaat moet hij maximaal 10% van het opgebouwde kapitaal in één keer kunnen laten uitkeren om bijvoorbeeld het laatste stuk van de hypotheek af te lossen of om leuke dingen te doen. “Deze keuzes zijn wel begrensd, zodat iedereen wel een goed pensioen overhoudt”, aldus Van Weyenberg.
Om te voorkomen dat de toch al fiscaal beperkte pensioenopbouw niet teveel aangetast wordt, stelt het Verbond dat de nieuwe keuze-optie van een premievakantie eerst nader op zijn merites bekeken moet worden.