De OvFD wil dat de minister regelt dat voor hypotheekaanvragen - die in 2016 door consumenten zijn gedaan - ten behoeve van het bindend aanbod dat in 2017 plaatsvindt met de hypotheeknormen van 2016 mag worden gerekend. De huidige overgangstermijn noemt de OvFD een schijnoplossing.
Ondanks de overgangstermijn tot 1 februari 2017 is het volgens de Organisatie van Financiële Dienstverleners (OvFD) nu al duidelijk dat consumenten de dupe gaan worden van de aanpassing die de AFM heeft doorgevoerd. Colinda Rosenbrand, directeur van de OvFD: “Hypotheekadviseurs geven aan dat consumenten, die zich nu in een hypotheektraject bevinden, zich grote zorgen maken. Het is dus van het allergrootste belang dat hypotheekadviseurs klanten snel zekerheid en duidelijkheid kunnen geven en dat kan niet op het moment dat zij door een korte overgangstermijn afhankelijk zijn van lange doorlooptijden en processen bij aanbieders. Kortom: zet het klantbelang echt centraal!”
De brancheorganisatie somt een aantal hete hangijzers op:
Ook het moment waarop de AFM de aanpassing kenbaar heeft gemaakt valt niet in goede aarde bij de OvFD: “Het standpunt van de AFM is pas gepubliceerd op 14 december en tot die datum gold dat de hypotheekaanvraag leidend is voor de gehanteerde normen. Dus indien de hypotheekaanvraag in 2016 is gedaan, gelden de normen uit 2016. Dit is ook steeds het uitgangspunt geweest voor de voorwaarden en normen van de Nationale Hypotheek Garantie, die het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) als zodanig heeft afgestemd met de minister.
De AFM meent nu hiervan af te moeten wijken. Adviseurs en consumenten hebben echter niet op deze wijziging kunnen anticiperen. Ook het Waarborgfonds Eigen Woningen kan de gewijzigde normen en voorwaarden pas publiceren na afstemming met de ketenpartners en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Kortom, aan alle kanten onzekerheid voor consumenten en onduidelijkheid voor het adviesproces.”