Klant kan zorgplicht niet geheel op adviseur afschuiven

19 februari 2018 Leestijd ± 2minuten

Kifid vindt dat een consument in het kader van de zorgplicht een actieve en voortdurende bemoeienis van zijn verzekeringsadviseur mag verwachten gedurende de gehele looptijd van de verzekering. De consument heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid, zegt Kifid.

In een zaak tegen ABN Amro concludeert de Geschillencommissie van Kifid dat de adviseur van de bank tekortgeschoten is in de zorgplicht. Tegelijkertijd zegt de Geschillencommissie dat de consument ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Hierdoor moeten beide partijen ieder de helft van de ontstaande schade voor eigen rekening nemen.

De zaak

Nadat de partner (=verzekeringnemer) van de klagende consument is overleden, ontvangt hun minderjarige kind een uitkering vanwege de overlijdensrisicodekking van de Meegroeiverzekering. Klager was echter in de veronderstelling dat hijzelf de begunstigde was. Deze aan een hypotheek gekoppelde verzekering was bedoeld om de hypotheek af te lossen en zo de maandelijkse hypotheeklasten te verlagen. De begunstiging aan het minderjarige kind leidt ertoe dat de uitkering niet met de fiscaalvriendelijke KEW-vrijstelling (Kapitaalverzekering Eigen Woning) kan worden gebruikt voor aflossing van de hypotheek.

Welles nietes

Klager vindt dat de bank als adviseur haar zorgplicht gedurende de looptijd van de verzekering heeft verzaakt. Er was volgens hem wel aandacht voor de overlijdensrisicodekking, maar zonder stil te staan bij de begunstiging en het probleem dat zou ontstaan bij voortijdig overlijden. ABN Amro vindt het echter aan de verzekeringnemer om over gewijzigde omstandigheden, zoals een wijziging in de gezinssituatie, contact te zoeken met de adviseur om eventuele gevolgen voor hypotheek en verzekering te bespreken. Klager en zijn partner hebben lopende de verzekering niet aangegeven dat ze de standaardbegunstiging wilden aanpassen.

Oordeel

De Geschillencommissie vindt het verwijt van klager terecht dat de adviseur in het adviesgesprek in 2011 niet alleen aandacht had moeten hebben voor de situatie ‘bij leven van de partner en de consument’, maar ook voor de situatie die zou ontstaan bij voortijdig overlijden. De daaruit voortvloeiende schade moet de bank -deels- aan de consument vergoeden.

Klager moet echter de helft van de schade voor eigen rekening nemen. Hij en zijn partner hadden volgens de Commissie namelijk al in 2012 en de jaren erna, op het polisblad kunnen zien dat hun minderjarig kind de tweede begunstigde was en niet klager zelf. “Met die kennis hadden zij contact op kunnen nemen met de adviseur om de begunstiging van de verzekering aan te laten passen. Dat is niet gebeurd, waardoor de consument deels zelf schuldig is aan de situatie die is ontstaan na het overlijden van zijn partner.”

Nieuwsbrief

Als eerste de achtergronden bij het hypotheeknieuws lezen? Benieuwd naar opinies uit de markt? Een voorsprong nemen op je kennistest-tegenstanders? Meld je aan voor de nieuwsbrief en je mist nooit meer iets op www.kop-munt.nl.

 

Om u beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Als u verder gaat op onze website gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer weten? Lees dan de privacy policy.