De onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt in 2018 met gemiddeld 1,7%, blijkt uit de jaarlijkse steekproef van Vereniging Eigen Huis. De hoogte van de ozb verschilt sterk per gemeente.
Eigen Huis onderzoekt jaarlijks de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten in 104 gemeenten. Hieruit blijkt dat de verhoging van de ozb voor het tweede jaar op rij onder het afgesproken maximum (3,1% in 2018) blijft. Maar in een kwart van de onderzochte gemeenten stijgt de belasting op de eigen woning met meer dan 3%, in een drietal gemeenten (Haren, Cuyk en Roozendaal) zelfs met meer dan 10%.
Rob Mulder, directeur belangenbehartiging bij Eigen Huis: “De verschillen in gemeentelijke ozb-belastingtarieven zijn groot en dat levert sterk uiteenlopende belastingaanslagen op. Bij een WOZ-waarde van 250.000 euro betaalt een huiseigenaar in Den Bosch volgend jaar 225 euro aan ozb. Bij dezelfde woningwaarde ontvangt een huiseigenaar in Venlo daarvoor een aanslag van maar liefst 491 euro, bijna twee keer zo veel.”
In 22 van de onderzochte gemeenten valt de ozb volgend jaar lager uit. Grootste daler is de gemeente Boekel met 9%.
Mulder: “Gemiddeld betalen huiseigenaren in Nederland in 2018 285 euro aan ozb. In 2017 was dat 280. De totale gemeentelijke woonlasten, die bestaan uit ozb en riool- en afvalstoffenheffing, bedragen in 2018 gemiddeld 739 euro tegen 734 in 2017.”
Uit onderzoek van Eigen Huis uit 2014 blijkt dat het ozb-beleid van lokale politieke partijen voor driekwart van de huiseigenaren erg belangrijk is bij hun stemkeuze. Mulder: “Politieke partijen moeten vóór de komende gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018 duidelijkheid geven over hun plannen met de ozb. Kiezers verwachten hierover openheid, eerlijkheid en standvastigheid van lokale politici.”