In 2016 nam 91% van de Nederlanders met een hoger opleidingsniveau deel aan sociale netwerken, tegen 83% van de middelbaaropgeleiden en 66% van de lager opgeleiden. Dit verschil is het grootst bij professionele netwerken als LinkedIn en het kleinst bij populaire sociale netwerken zoals Twitter.
Dit blijkt uit een analyse van het CBS. Tussen 2014 en 2016 is deelname aan sociale netwerken overigens wel het sterkst gestegen onder middelbaaropgeleiden.
In Nederland werkt een aanzienlijk groter deel van de werknemers met internet dan gemiddeld in de EU. In 2016 gebruikte in Nederland 63% van de werknemers (in vergelijking met de EU-landen) geregeld een computer met internet voor het werk. Dit aandeel bedroeg een jaar eerder 66%. De verschillen tussen de bedrijfstakken zijn wel groot. Bij financiële instellingen zoals banken en verzekeraars, werkt vrijwel al het personeel met internet. In de horeca is dit aandeel met 34% veel kleiner. Bij de Financiële instellingen kreeg ook het grootste aandeel van de werknemers de beschikking over mobiel internet: 69%.
In Nederland zijn veel meer bedrijven actief op sociale media dan gemiddeld in Europa. In de EU als geheel maakt 45% van de bedrijven gebruik van sociale media, tegen 65% in Nederland. Financiële instellingen scoren hier als middenmoter duidelijk minder hoog.
De afgelopen jaren is het gebruik van sociale netwerken als WhatsApp, Facebook of Twitter onder ouderen toegenomen, terwijl dit onder jongeren nauwelijks is veranderd. Het gebruik van sociale netwerken onder 45- tot 65-jarigen nam sinds 2014 toe van 70% naar 83%. Onder 65-plussers steeg dit aandeel in dezelfde mate, van 26% naar 39%. Vooral het direct uitwisselen van berichten, bijvoorbeeld via Skype Messenger of WhatsApp, nam fors toe onder 45-plussers, mede door het toegenomen smartphonebezit. Onder 12- tot 25-jarigen bleef het gebruik van sociale netwerken met 95% vrijwel gelijk.