Met behulp van de zogenaamde Extreme-waardentheorie is ontdekt dat er duidelijk een bovengrens is aan de maximumleeftijd waarop mensen overlijden. Voor vrouwen wordt die geschat op 115.7 jaar en voor mannen op 114.1 jaar. Deze leeftijd is niet toegenomen in de onderzochte periode van 1986-2015.
Gedurende die periode is wel het aantal mensen dat een leeftijd van 95 heeft bereikt bijna verdrievoudigd. Gemiddeld worden mensen dus steeds ouder, maar de alleroudsten zijn in de laatste dertig jaar niet ouder geworden.
Het zijn de belangrijkste bevindingen uit nog niet gepubliceerd statistisch onderzoek van de Tilburgse statistici Jesson Einmahl BSc, prof. dr. John Einmahl en emeritus hoogleraar Laurens de Haan van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij baseren hun conclusie op data van 75.000 Nederlanders die de laatste 30 jaar overleden zijn op een leeftijd van minstens 94 jaar. De genoemde maximale leeftijden zijn schattingen; de werkelijke waarden kunnen afwijken tot iets boven de 120 jaar.
Extreme-waardentheorie is een deelgebied van de statistiek dat vragen over extreme gebeurtenissen (die per definitie niet veel voorkomen) beantwoordt aan de hand van informatie over minder extreme gebeurtenissen. De theorie wordt volgens de onderzoekers veel toegepast binnen de financiële en verzekeringswereld, om risico’s in te schatten van extreme schades als gevolg van bijvoorbeeld stormen, aardbevingen en dijkdoorbraken.