Allereerst een heel fijn en gelukkig 2019! Het belooft een spannend jaar te worden. En niet alleen in positieve zin. Het vertrouwen in de woningmarkt daalt en het woningtekort houdt voorlopig nog aan. Een andere focus op relatiemanagement lijkt het devies voor de adviseur die van 2019 een succesvol jaar wil maken.
Het consumentenvertrouwen in de woningmarkt is het laatste kwartaal van 2018 flink gedaald: van 107 naar 102, zo blijkt uit de ING Woonindex. Hiermee is deze index op hetzelfde niveau als in 2013. De index van Vereniging Eigen Huis ondersteunt dit verhaal. Het aantal consumenten dat het nu geen goed moment vindt om een huis te kopen, stijgt van 22 naar 45 procent. De helft verwacht dat de huizenprijzen binnen drie jaar dalen. Al met al zijn er veel consumenten die nu het kopen van een huis niet bovenaan hun lijstje voor 2019 hebben staan.
Welke gevolgen heeft dit negatieve sentiment voor ons geldverstrekkers en hypotheekadviseurs? Het betekent in ieder geval dat er dit jaar waarschijnlijk minder mensen je kantoor binnenlopen om een nieuwe hypotheek af te sluiten. Ondanks dat er regionale verschillen zijn, zal dit voor de meeste adviseurs gelden. Dus werk aan de winkel!
Waar ga je je dan op richten? Er zijn met de huidige lage rente voldoende mensen voor wie het oversluiten van de hypotheek interessant is. Het ligt voor de hand om eerst te kijken naar je klantenbestand en tijdens het jaarlijkse contact met de klant oversluitmogelijkheden te bespreken. Het is alleen niet gemakkelijk om huizenbezitters die een te hoge rente betalen te bewegen hun hypotheek over te sluiten.
Net als bij bijvoorbeeld zorgverzekeringen, waar ook relatief weinig mensen overstappen, bestaat er een psychologische barrière om over te sluiten. Het kost immers naast moeite ook geld, al verdien je dat later wel terug. Uit onderzoek van VEH van een jaar geleden blijkt dat maar liefst 90 procent van de huiseigenaren het nieuwe rentevoorstel van de huidige geldverstrekker accepteert. Ruim de helft (60 procent) van deze groep overweegt niet eens over te stappen naar een andere geldverstrekker. En dus laten ze vaak geld of een beter passende hypotheek liggen.
Aan hypotheekverstrekkers en adviseurs de taak om het mogelijk voordeel van overstappen inzichtelijk te maken. Bijvoorbeeld als het einde van de rentevasteperiode in zicht komt, maar tussentijds kan het ook lonend zijn om over te sluiten. Aan ons om dit gedoe dan zo klein mogelijk te maken. Dat begint bij een proactieve benadering, laten zien dat we er zijn voor de klant, ook na het afsluiten van de hypotheek. Daarnaast moet het proces van oversluiten zo gemakkelijk mogelijk gaan. Daar werken we met z’n allen hard aan. We moeten in ieder geval niet achteroverleunen en denken dat het allemaal wel goedkomt. Kortom, aan de slag!
De fiscale regelgeving rond hypotheken is door alle wijzigingen in het stelsel zeer complex geworden. Vooral als consumenten uit elkaar gaan, kunnen ze te maken krijgen met onbedoelde gevolgen. Voor de Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners (NVHP) laat dit nog eens zien dat ‘execution only’ vrijwel nooit geschikt is voor de consument.
Het onstuimige karakter van de Nederlandse economie wordt vooral veroorzaakt door de instabiliteit op de woningmarkt. Althans, dat stelt DNB president Klaas Knot. Hoe moet de hypotheekbranche hiermee omgaan? En zijn de zorgen van Knot terecht?
Van de financieel adviseur wordt steeds meer een controlerende rol verwacht, maar is die nog wel in balans met de dienstverlening? Harry Veenendaal is Corporate General Counsel bij Ortec en columnist van het Advocatenblad. Volgens hem zijn de verhoudingen zoek en komt het vertrouwen in de financieel adviseur in het geding door de strengere regelgeving.
Een onbedoeld gevolg van duurzame maatregelen is dat die leiden tot hogere gemeentebelastingen. De Tweede Kamer wil dat dit verandert en heeft de regering opdracht gegeven uit te zoeken hoe dit kan worden geregeld. De experts zijn hier niet onverdeeld positief over.