Volgens Haandrikman zijn we gewend geraakt aan kunstmatig lage rentestanden die werden gestuurd door de ECB. “We hebben daar lang van kunnen profiteren waardoor de oversluitmarkt bloeide. Maar daardoor ontstond er ook een niet wenselijk prijsopdrijvend effect op de woningmarkt, afgezien van de wenselijkheid van kunstmatige rentestanden. De huidige rentestanden zijn van het niveau van 2013. Verdere rentestijging voorzie ik voor dit moment niet, eerder dalingen.”
Wat zijn je verwachtingen voor de hypotheekmarkt?
“Het aantal hypotheekaanvragen is al enige tijd stabiel. Voor het komende jaar zou er wellicht een daling kunnen zijn. De franchisenemers binnen Van Bruggen laten zien zich prima te kunnen aanpassen en er is weer focus op de markt en op groei in plaats van zorgen en snijden in kosten. Op dit moment hebben de kleine hypotheekrentewijzigingen die plaatsvinden niet veel impact. De komende jaren kan er weer een voorzichtige oversluitmarkt ontstaan als de rente toch weer iets gaat dalen.”
Wat betekent vergrijzing voor de sector?
“De financiële sector heeft op dit moment niet de meest aantrekkelijke uitstraling voor jongeren. Er zijn weinig mensen die de sector instromen. We hopen op zij-instromers, omdat het werven van jongeren rechtstreeks van school lastig is. Daarnaast zien we minder bereidheid bij adviseurs om de stap te zetten naar ondernemerschap en franchisenemer willen worden. De combinatie van vergrijzing en minder aanwas in de sector zorgt voor de uitdaging of er op lange termijn voldoende adviseurs in de sector actief blijven.”
In je eerste 100 dagen als directeur heb je veel met franchisenemers gesproken. Waarom?
Organisaties richten zich vaak op interne processen en regelgeving, maar ik wilde begrijpen hoe de organisatie echt in elkaar zit, zowel van de kant van de franchisegevers als de drijfveer en visie van onze franchisenemers. Wat houdt hen bezig in hun dagelijkse werk? Hoe gaan ze om met veranderende regelgeving en wijzigende voorwaarden van geldverstrekkers? Ik heb zelf wel een beeld welke rol de franchisegever zou moeten hebben, maar ik wil mijn visie ook graag toetsen bij franchisenemers. Het is belangrijk om te begrijpen wat franchisenemers verwachten van de centrale organisatie, ook voor een optimale communicatie tussen franchisegever en franchisenemer. De franchisegever heeft er immers ook belang bij dat franchisenemers optimaal kunnen presteren.
VBA groeit tegen de markt in. Hoe komt dat?
“VBA heeft een paar sterke uitgangspunten, waaronder een sterke merknaam. Daarnaast zijn we een samenwerking gestart met Independer. Dat heeft geleid tot de nodige nieuwe klanten, vooral in het starterssegment waar VBA voorheen minder actief was. Daarnaast is de samenwerking met leadleverancier Ibrains geoptimaliseerd en zijn we ook beter in staat om leads te genereren vanuit ons eigen merk en de bestaande portefeuille.”
Hoe belangrijk is onafhankelijk (hypotheek)advies volgens jou, en hoe zie je de concurrentie met grootbanken?
“Het is belangrijk om te beseffen dat klanten bij een bank niet noodzakelijk het beste product voor hun situatie krijgen, maar eerder 'een' productadvies (wij van bank A adviseren bank A). Klanten moeten duidelijker worden geïnformeerd. Het is een uitdaging om te bepalen of we banken moeten aanvallen of een dialoog met hen moeten aangaan. Overigens denk ik dat banken wel van hun advieswerk af willen en open staan voor een verschuiving naar het intermediair. Dan kunnen de banken zich concentreren op waar zij goed in zijn: geld uitlenen. Wanneer je als bank een goed product met een scherpe rente aanbiedt, dan word je vanzelf geadviseerd door het intermediair. Ook nu komt al een belangrijk aandeel van de hypotheekproductie van banken doordat onafhankelijke adviseurs hen adviseren. Ik ben ervan overtuigd dat de consument beter uit is met een breed onafhankelijk advies dan met een eenzijdig productadvies van een bank.”
Wat brengt 2024?
“Er zal nog steeds stagnatie zijn in de doorstroommarkt: zelfs als er volop gebouwd kan worden, dan is het maar de vraag of er voldoende arbeidskrachten en bouwmaterialen beschikbaar zijn. Duurzaamheid en verduurzamen van bestaande woningen blijft waarschijnlijk een belangrijk onderwerp. De koppeling van energielabels aan verstrekkingsnormen kan de woningmarkt aanzienlijk beïnvloeden. Woningen met labels A en B zullen naar verwachting volgend jaar in prijs stijgen, terwijl E, F en G labels goedkoper worden. Die laatste categorie woningen wordt daarmee aantrekkelijk voor mensen met minder draagkracht. Alleen is het zeer de vraag of de eigenaren van deze categorieën woningen voldoende middelen hebben om hun woningen te verduurzamen, ondanks de extra leencapaciteit die er voor die woningen komt. Uiteindelijk verwacht ik op dit vlak extra politieke maatregelen om toch de noodzakelijke verduurzaming te realiseren.”