Meer dan de helft van de hypotheekadviseurs spreekt over verduurzaming in alle adviesgesprekken die zij voeren. Dat blijkt uit een steekproef die MUNT Hypotheken heeft afgenomen onder meer dan honderd hypotheekadviseurs. 47 procent ziet houten huizen als oplossing voor het beperken van de hoge CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt door de bouw van nieuwe woningen.
Wereldwijd is de bouwsector verantwoordelijk voor veertig procent van de totale CO2-uitstoot. Door te bouwen met hout in plaats van met staal en beton, wordt die uitstoot aanzienlijk verminderd.
“Adviseurs zullen in hun praktijk steeds vaker houten skeletbouw of volledige houten huizen tegenkomen”, denkt Ellen Hensbergen, directeur van MUNT Hypotheken. "De Metropool Regio Amsterdam heeft bijvoorbeeld een houtbouw convenant gesloten; zij willen dat in 2025 houtbouw minimaal twintig procent van alle nieuwbouw vormt. Animo om naar duurzamere oplossingen te zoeken om de CO2-afdruk te beperken, neemt toe. Daarnaast heeft de wereld van houtbouw zich ontwikkeld.”
Wereld is veranderd
Hypotheekverstrekkers in Nederland waren lange tijd niet al te happig op houten huizen. De reden daarvoor was de opvatting dat een houten huis sneller zijn waarde verliest omdat hout, als natuurlijk materiaal, sneller gaat rotten en dat een brand sneller zou escaleren in een houten huis. Naast het feit dat een woning van hout de CO2-uitstoot vermindert, isoleert hout goed. Bovendien blijkt dat brand niet sneller uitslaat in een houten huis en is de kwaliteit van houtbouw sterk toegenomen.
Hensbergen: “MUNT accepteerde al woningen met houten skeletbouw als onderpand, maar dit wordt nu uitgebreid met prefab woningen en houten huizen met betonnen fundering (mits het huis gebouwd is na 2012). Het blijkt dat de levensduur, onderhoudskosten en waardering van moderne houtbouw vergelijkbaar zijn met die van traditionele bouw. Zolang de kwaliteit vergelijkbaar is, accepteert MUNT houten woningen.” Bijna de helft (47 procent) van de ondervraagde adviseurs van MUNT vindt houtbouw ook een goede oplossing om tot een meer duurzame woningbouw te komen. 32 procent geeft aan nog geen duidelijke mening te kunnen vormen.
Verduurzaming
Negentig procent van de adviseurs meent dat er meer behoefte voor verduurzaming ontstaat omdat woningen met een ongunstig energielabel komend jaar minder waard worden. Dat is voor MUNT aanleiding om alternatieve woonvormen niet per definitie uit te sluiten. De helft van de adviseurs geeft aan dat verduurzaming in ál hun adviesgesprekken besproken wordt. Nog eens 35 procent bespreekt in de helft van de adviesgesprekken verduurzaming.
Recent organiseerde MUNT het webinar ‘Verduurzaming en houten huizen’, dat is hier terug te kijken.
