“De Britse geldverstrekking zit op een bijzondere manier in elkaar. Het is een grotere markt, met meer klanten maar ook meer concurrentie dan in Nederland”, stelt Michel van der Sluis, directeur van Fortrum consultancy. In Nederland heeft de top-3 geldverstrekkers ongeveer 40% van de markt in handen, daarna volgen kleinere verstrekkers. In het Verenigd Koninkrijk is de top-6 volgens Van der Sluis verantwoordelijk voor 70% van de verstrekkingen. “De top-15 tekent zelfs voor 90%. Er zijn dan nog 130 andere geldverstrekkers die vechten om 10% van de markt. Het aantal te verstrekken hypotheken daalt ondertussen, terwijl het aantal aanbieders stijgt. Toetreding door nieuwkomers tot deze markt is niet eenvoudig.”
Andere mindset
Volgens Van der Sluis hebben de Britse geldverstrekkers ook een wat andere mindset dan in Nederland. “Zij kijken heel sterk naar processen en minder naar de look-and-feel. Wij vinden het in Nederland heel belangrijk dat dingen er mooi uitzien. Maar als het fantastisch werkt, dan vinden Britten dat al goed genoeg. Ze proberen ook wat meer van fouten te leren. Wat ging er bijvoorbeeld fout in de financiële crisis en wat kunnen wij daarvan leren? Een dergelijke opstelling mis ik soms wel in Nederland.”
Veel Britten sluiten, in tegenstelling tot Nederlanders, een kortlopende hypotheek af. Meestal aflossingsvrij. Hierdoor is de Britse woningmarkt risicovoller dan de Nederlandse. Daarnaast bestaat er in ons land al sinds 2013 een provisieverbod, terwijl in Groot-Brittannië adviseurs en bemiddelaars nog steeds provisie vragen. Van der Sluis: “Nederland is één van de weinige landen met een dergelijk verbod. In bijvoorbeeld België mag het ook nog steeds.”
Lagere maximale LTV
“Je ziet ook dat de LTV in Groot-Brittannië een stuk lager is dan in Nederland. In ons land is die maximaal 100%, maar bij de Britten is ongeveer 80%, met uitschieters naar 90%”, vervolgt Van der Sluis. “Overigens is onze LTV in vergelijking met ook andere Europese landen heel hoog. In heel Europa is circa 80% de gangbare norm.”
Wat zouden we in Nederland kunnen leren van de Britse hypotheekmarkt? Van der Sluis: “Ik denk de Britse markt sneller acteert bij beheer en bijzonder beheer. Niet dat wij hierbij langzaam zijn, maar zij kijken sneller vooruit.”
Dat is deels noodgedwongen: de Britten hebben zeer korte rentevaste periodes, vaak maar voor twee jaar, al wordt vijf jaar langzaam gebruikelijker. Na het aflopen van de rentevaste periode worden klanten automatisch op een zogeheten ‘Standard Variable Rate’ gezet. Die is aanzienlijk hoger dan het rente-aanbod dat nieuwe klanten krijgen. Klanten worden dus als het ware gelokt met een voordelige rente. Wanneer ze geen actie ondernemen, schiet de rente omhoog.
“Door die korte rentevaste periodes is de kans dat je als adviseur klanten te spreken krijgt een stuk groter”, meent Van der Sluis. “Daarnaast zie ik dat Britse geldverstrekkers zich openlijk uitspraken over de implicaties van bepaalde economische ontwikkelingen voor hun portfolio. In Nederland gebeurt dat minder in het openbaar.”
Dit is het derde deel van een zomerserie, waarin we de Nederlandse hypotheekmarkt vergelijken met die in andere landen.