Als ik niet werk… maak ik achterwaartse salto’s
Hij ziet ze af en toe denken: “Wat doet die ouwe nou?”. Harrie-Jan van Nunen heeft niet de meest voor de hand liggende sport gekozen, maar hij geniet met volle teugen. Als hij niet werkt, is hij op de trampoline te vinden.
Het begon twee jaar geleden. “Mijn dochter Lonne zat in de trucs en tricks-klas. Ze wilde doorstromen naar echt trampolinespringen, maar was daar net een jaar te jong voor. ”Als ik ook mee ging doen, dan mocht ze wel instromen”. De 48-jarige directeur van VCN HypotheekService en De Financiële Makelaar wilde zijn dochter niet teleurstellen. “Sindsdien spring ik twee keer in de week met m’n dochter.”
Voor Van Nunen is het een goede manier om te ontspannen. “Nadenken over werk kan niet. Je moet je volledig focussen op de trampoline, anders ga je vol op je gezicht.” Het is bovendien erg intensief. “Per uur maak je al snel vijfhonderd sprongen, probeer maar eens zoveel squats te doen. Mijn beenspieren hebben zich sterk ontwikkeld.” Lachend: “Dat mag ook wel, ze hebben best iets te dragen.”
Inmiddels is dochter Lonne dertien en gaat ze graag de competitie aan met haar vader. “Dan moet ik echt alle zeilen bijzetten om niet te verliezen. Laatst maakte ik nog een grote smak, we keken wie het snelst op en neer kon. Ik raakte door m’n enthousiasme uit balans en zag opeens de muur op me afkomen.”
Voor Van Nunen heeft het trampolinespringen ook beïnvloedt hoe hij in het leven staat. “Ik weet nog dat ik me voor het eerst van een toren van 3 meter hoog af moest laten vallen, achteruit, op m’n rug. Als je dan niet ontspant, kun je van alles breken. Je moet loslaten en vertrouwen hebben dat het goed komt. En je moet ervan uitgaan dat je dingen kan. Ik spring met allemaal jonge gastjes die zo een achterwaartse salto doen. Inmiddels durf ik ze na te doen, dan zie je ze denken: ‘Wat doet die ouwe nou?’. Soms moet je lef hebben en kijken wat er gebeurt.”